Personages

Zo is er ‘Mariete Paraplu’ met haar piepklein parapluwinkeltje die de Overleise volksfiguur representeert. Haar taal is natuurlijk doorspekt met sappige Kortrijkse uitdrukkingen. Er is het duo Sef en Pietje die het leven steeds van de “vrolijke” kant bekijken, Jean Claude, de chef de bureau van de stadsadministratie die altijd druk, druk, druk bezig is, zijn chichimadame Marie Madeleine, die de oude Kortrijkse bourgeoisie een vooral Franstalige stem geeft, de zeer volkse en niet al te snuggere stadswerker Jante, Willy de onverbeterlijke maar onnavolgbare stotteraar die voor staccato’s en salvo’s zorgt, een gekleurde voetbalfanaat, een allochtone gastarbeider, een Kortrijkse “commere” en veel vreemde vogels van diverse exotische en inheemse pluimage. Genoeg om een heel erf mee te bevolken en een heel publiek mee ta amuseren. Herkenbaarheid troef met deze creaturen: allen Kortrijkzanen, allen vooral met zichzelf begaan, geen genieën of wonderdoeners, karikaturen maar toch een beetje van vlees en bloed.

Mariete… geboortedatum en vooral dubieuze geboorte-omstandigheden alleen op stadhuis en bij enkele notoire heemkundigen en etnische vorsers bekend, volksfiguur, uitbaatster van een miniscuul maar rendabel parapluwinkeltje op Overleie, commere, klapeie, tinke maar gezegend met een vlug verstand, een scherpe geest en een radde tong… gekend als slecht geld maar geliefd als een schat van Overstrade tot Overleie, altijd klaar voor een grap, een gril of een grol. En babbelen kan ze… ze zou de sterren van de hemel klappen.

Marie-Madeleine… ofte madame Jean-Claude… een dame van dat allooi vraag je niet naar haar leeftijd, dat zou ongepast zijn en trouwens je zou dat dan best in het Frans moeten doen want de voertaal van deze madame chichi is het Courtraisien, dat wil zeggen du Français avec des cheveux dessus, stoefkonte, pretmadam, tatertante, klessebes en slagvinke… die nog altijd in de waan verkeert dat de stadsadministratie het zonder haar Jean-Claude nooit kan rooien en dan ook heel graag met haar relaties uitpakt. Aann het fornuis zakken haar talenten tot ver onder het kookpunt en in de ménage laat ze zich dienen door  Tineke van Heule, ons maartje of is dat een ander liedje?

Jante… weet zelf niet eens wanneer hij geboren is, waar wel, in een partje of beluik zoals dat in ’t schoon Vlaams heet… onwrikbare brok betonnen authenticiteit en echtheid, aan zijn gat geen polonaise hoewel niet vies van een nachtje stappen met de maten en gewichten. Sinds jaar en dag aan ’t stad als noeste en betrouwbare arbeider, achtereenvolgens bij de groendienst, volksgezondheid, feestelijkheden en patatrimonium, verantwoordelijk voor de ontmoedigingscentra van de deelgemeenten… taalvaardig als geen ander maar in een taal die het midden houdt tussen het noordelijke Swahiernie en het zuid-oostelijke Swadaarnie. Maar voor de rest een prima kerel.

Prudence, de vrouw van Jante… ergens op ene 29ste februari geboren in een café op de Grote Markt… Vierde van een gezin van zestien meisjes die samen het grote succes uitmaakten van Onze-Lieve-Vrouw-van-Bijstand alwaar ze de coupe leerden, snit en naad of knippen en naaien… en aangezien de tik daar in die tijd niet ver van was vrijden ze allemaal van hun veertiende dat hun hemd ervan wikkelde… hun rokjes ook. Prudence ontmoette Jante op de Kortrijkse Sinksenfeesten toen hij met de groendienst deelnam aan de fruitstoet… ze was onder de indruk van zijn fruitweelde en is dat tot op vandaag gebleven.

Willy… voor de gelegenheid gediplomeerd privé-detective opgeleid aan de Kortrijkse Syntra maar in een vorig leven lanterfanter eersteklas en gepatenteerd klusjesman, altijd met zijn neus in andermans keukens en kamers en voornamelijk uit op eigen gemak, luxe, comfort en plezier, enfin een echte Kortrijkzaan, door de natuur niet gespaard want – sommigen zeggen dat het een straf van God was wegens laster en roddel – niet gezegend met enig redenaarstalent… Stottert iedereen hoorndol en heeft een uur nodig om te zeggen wat een ander in een minuut kwijt raakt. Maar treurt er niet om… ah nee… stapt gezwind en goedgemutst doorheen iedere dag die hij in de schoot geworpen krijgt.

Edouard… of voluit Edouard Célestin de Wever à l’Anvers, is opgegroeid in het klooster onder de goede zorgen van zuster Euthanasia. Hij trok, na het behalen van verschillende ferme diploma’s, de wijde wereld in. Een paar jaar geleden keerde hij terug naar Kortrijk waar hij meteen viel voor de charmes van Marie-Madeleine. Of was het omgekeerd? Dat Edouard van adel is, laat zijn naam duidelijk vermoeden, maar dat zijn echte vader koning Albert is, die indertijd een scheve schaats heeft gereden met Mariete, houdt hij liever stil. Zijn “chouke” Marie-Madeleine daarentegen…